‘Voor erkenning en
eerbetoon is het nooit te laat’
Bron: Veluws Dagblad.
Tijdens een indrukwekkende en goed
bezochte plechtigheid in het Van Reenenpark is dinsdagmiddag 10 september 2002
het Indië-gedenkteken onthuld. In het graniet van het monument zijn de namen
van zes Nijkerkers gegraveerd die gevallen zijn in het voormalig Nederlands Indië
en Nieuw Guinea in de periode 1940 – 1945. “Zij krijgen hiermee de eer die
hen toekomt, ook al is het ruim vijftig jaar geleden. Voor erkenning en
eerbetoon is het nooit te laat” sprak de heer F. Dijkstra, voorzitter van de
Vereniging Indië Militairen De Valouwe.
De plechtigheid, die een klein uur
duurde, werd geleid door de echtgenote van Burgemeester Vries en omlijst met
muziek en zang van het koperkwartet van de Nijkerkerveense muziekvereniging
Concordia en het UVV-koor Herfstklanken. Mevrouw Steenstra was uitgenodigd om
een gedicht voor te lezen.
De heer Dijkstra
benadrukte in zijn toespraak hoe belangrijk het was dat Nijkerk, in navolging
van andere gemeenten, ook een eigen monument heeft opgericht voor deze
slachtoffers. Daar is volgens Dijkstra behoefte aan, omdat de veteranen steeds
ouder worden en men daardoor minder in staat is om de jaarlijkse
herdenkingsplechtigheid voor hun gevallen kameraden bij het Nationaal Monument
in Roermond bij te wonen. “Nu kunnen zij hun makkers dichtbij huis eren. Een
zichtbare en tastbare plek in de eigen omgeving”
Dijkstra memoreerde
verder dat van de ruim 150.000 militairen, die indertijd door het vaderland
werden uitgezonden om de rust en vrede te bewaren in het zojuist bevrijde
Nederlands Indië, er ruim 1600 nooit zij teruggekeerd. De Hollandse jongens
waren in die periode volgens Dijkstra gemotiveerd om naar de Oost te gaan.
“Zij hadden de Tweede Wereldoorlog overleefd en in sommige gevallen ook in het
verzet gezeten. ‘Wij vrij, zij ook vrij’ dacht men toen. Zij kwamen echter
in een land waarin de bewoners klaar waren om het heft in eigen hand te nemen.
Achteraf gezien een ontwikkeling die deel uitmaakte van een wereldwijde
dekolonisatiegolf”
Dijkstra prees de inzet
waarmee de uitgezonden militairen zich hun, door het vaderland opgelegde, taak
hebben gekweten. “Niet iedereen kwam thuis, zoals deze zes Nijkerkers die daar
als gevallenen zijn achtergebleven”
Ook burgemeester Vries
onderstreepte het belang van de oprichting van dit gedenkteken. Een gedenkteken
dat volgens Vries niet alleen bedoeld is om de gevallen Nijkerkers hun verdiende
plekje in de geschiedenis te geven, maar ook om erkenning te geven aan de
veteranen. “De militairen deden hun plicht en het verwerken van hun emoties
was na thuiskomst niet altijd even eenvoudig. Datzelfde zal gelden voor de
nieuwe veteranen die, getuige de diverse vredesmissies in de wereld, ook in de
toekomst bij blijven komen. Erkenning, opvang en nazorg zijn voor hen ontzettend
belangrijk”
Burgemeester Vries
onthulde vervolgens samen met de heer W. Kuyt, de langst levende Nijkerkse Indië-veteraan,
het gedenkteken. De heer Kuyt is onder meer onderscheiden met The Kings Medal of
Freedom van Koning George VI van Groot-Brittannië en met The Medal of Freedom
door de President van de Verenigde Staten voor zijn verzetswerk in de oorlog.
Vervolgens werd The Last Post gespeeld en werd er twee minuten stilte in acht
genomen. Na kranslegging door het gemeentebestuur, de nabestaanden en andere
(veteranen)organisaties werden de aanwezigen uitgenodigd om in defilé langs het
monument te gaan waarop de namen Van den Akker, Callenbach, Kok, Van de Ham,
Vliek en Jongeneel hun definitieve plaats in de Nijkerkse geschiedenis hebben
gekregen.
Kinderen van de Oranje
Nassauschool, die in de toekomst het monument zullen gaan onderhouden, reikten
hierbij de aanwezigen een witte roos aan om bij het monument neer te leggen.
De hier genoemde
‘Callenbach’ is B.H.J. Callenbach (Ben), aan wie in de Profeet nr. 55/56.
najaar 1998, uitvoerig aandacht is besteed.
G.F.Callenbach.