Nijkerks
mooiste monument is ‘onzichtbaar’.
Interieur
‘verborgen’ pastorie ademt unieke sfeer uit.
NIJKERK -
Half verscholen achter één van Nijkerks drukste winkelstraten bevindt
zich wat misschien wel Nijkerks meest interessante monument is. De Oude Wheem,
een voormalige pastorie, is voorzover bekend, Nijkerks oudste huis.
Het ligt niet aan een straat, het pand ligt wat verloren ingeklemd tussen enkele
tuinen en een parkeerterrein van een supermarkt. De pastorie lijkt gebouwd te
zijn in een tijd dat mensen zich nog niet druk maakten over iets als een
stratenplan.
De buitenzijde is onopvallend, bijna lelijk. De grauw gepleisterde muren, de wat
lompe, logge architectuur spreken niet tot de verbeelding. Van een oogstrelend
monument dat niet zou misstaan op het gemeentelijk wapen is dan ook geen sprake.
Stap
in verleden.
Maar de bezoeker die de moeite neemt om eens binnen te kijken krijgt een
verrassend tafereel voorgeschoteld. Die stap over de drempel is een stap in het
verleden. Want het is alsof de tijd heeft stilgestaan in de voormalige pastorie.
De ruime hal met zijn houten lambrisering en de enorme, vergulde spiegel ademen
de sfeer uit van de negentiende eeuw, van een tikje verschraalde deftigheid.
Callenbach.
De dominee, bijgenaamd ‘de Profeet van de Veluwe’, woonde met vrouw
en zeventien kinderen van 1828 tot 1861 in de pastorie. Callenbach, de vader van
G.F. Callenbach, de stichter van de gelijknamige uitgeverij en drukkerij, zou
zich ook anno 1991 nog thuis kunnen voelen in de pastorie. Want er is weinig
veranderd. Zelf de bedstee van de dienstmeid is in ere gehouden.
Het is de vraag hoe lang de Oude Wheem deze bijzondere sfeer nog zal uitademen.
De bejaarde bewoonster, mevrouw L, Woerdman, heeft het huis verkocht. Het werd
haar te groot. Bovendien kan zij een drastische restauratie van het pand niet
betalen. En die renovatie is nodig wil het verval niet definitief de overhand
krijgen over dit historische juweeltje.
Het heeft mevrouw Woerdman moeite gekost om het huis te verkopen. Niet omdat er
geen liefhebbers voor zouden zijn – integendeel zelfs – maar omdat zij
afstand moet doen van een onderkomen waar ze vanaf haar zesde jaar heeft
gewoond. Bovendien houdt ze intens van de sfeer die het huis uitademt.
Mevrouw Woerdman is een perfecte en uiterst vriendelijke gastvrouw. Ze verteld
na een uitgebreide rondleiding luchtig over de verkoop van het pand, maar geeft
even later toe dat het haar toch wel moeilijk viel om het huis van de hand te
doen. Ze hoopt vurig dat de nieuwe eigenaren zuinig zijn op de voormalige
pastorie.
Enig vertrouwen in de kopers heeft ze wel. Eén van de kopers, een jonge
dierenartsassistente woont al geruime tijd op kamers in het oudste deel van het
huis. Maar met de komst van de jonge vrouw heeft ook de twintigste eeuw een voet
tussen de deur gekregen. Een kast is ondertussen tot douche omgebouwd. “Ach,
jonge mensen denken dat ze niet zonder douche kunnen”, zo zegt mevrouw
Woerdman in oprechte verwondering. De opmerking krijgt extra reliëf
voor de bezoeker die de slaapkamers heeft gezien. Niks moderne badcel of
zelfs maar een wasbak. Nee, in de Oude Wheem wast de bezoeker zich met water uit
een oude lampetkan. Slechts één kamer heeft een wastafel. Mevrouw Woerdman
verfoeit het lelijke ding. En inderdaad, de blauwe tegeltjes vloeken vreselijk
bij de secretaire, de tot op de draad versleten drempels en het bruine
eikenhout.
De Oude Wheem is een bijzonder pand. De ontstaansgeschiedenis is in nevelen
gehuld. Maar het woord ‘wheem’ is al in de zestiende eeuw in onbruik
geraakt. Dus een middeleeuwse oorsprong is mogelijk. Meer dan driehonderd jaar
lang is het bewoond geweest door de voorgangers van de Grote Kerk. De rooms
katholieke pastoor Swaer, die er eind zestiende eeuw zijn dagen sleet, is de
oudste bekende bewoner. De laatste dominee was P.F. van Nieuwenhuizen. Daarna
werd het huis door de Woerdmans bewoond. In de jaren veertig kocht de dierenarts
Willem Beernink het pand. Al die tijd bleef mevrouw Woerdman ook in de Oude
Wheem wonen. Een oude huisapotheek herinnert nog aan de tijd dat de dierenarts
er zijn nering dreef. Na het overlijden van Beernink, nu vijf jaar geleden,
erfde mevrouw Woerdman het huis. Ze blijft er nog enige tijd wonen, maar eind
1992 is het definitief gebeurd.
Toch een beetje het einde van een tijdperk.
(Overgenomen uit het Veluws Dagblad van zaterdag 18 mei 1991)