De ontdekking in Griekenland.

George Viets bracht in het voorjaar van 1990 een vakantie door  in Griekenland. Op een morgen, hij zat toen op het terras van zijn vakantieverblijf, hoorde hij een stem zeggen: “George zet jij het koffiewater even op?” Zijn eerst reactie is: “Nee, waarom zou ik, ik heb helemaal geen trek in koffie” Na enige tijd klinkt het: “George kookt het water al?” Hij keek toen maar eens om het hoekje en ziet daar een echtpaar. “Goede morgen, ik ben George, maar ik heb nog steeds geen water opgezet” “Ook goede morgen,  ik ben ook George en heb het water wel opgezet en schenk dat nu op. Overigens heet ik George Frans” “Nou dat is merkwaardig, ik ook. We moeten dan wel familie van elkaar zijn. Zeggen de namen Callenbach, Haspels of Meerburg u soms iets?”
Nu bleek George Oldenburg al heel weinig genealogische belangstelling te hebben. Zijn moeder, mevrouw Oldenburg – van der Beek had wel eens tegen hem gezegd dat hij in de verte nog familie van de Callenbachs zou zijn.
Dit verhaal vertelde George Viets aan mij en ik ging toen op onderzoek uit. Toen bleek dat ds. G.F. Gezelle Meerburg twee zwagers had die beide een zoon naar hem hadden vernoemd. De ene was ds. C.C. Callenbach en de andere een broer van zijn vrouw, Gijsbert van der Beek. Gijsbert is geboren te Emmichoven op 28 maart 1823 als zoon van Govert van der Beek en Aletta Branderhorst. Govert is gedoopt op 25 januari 1778 te Wijk en gehuwd te Genderen op 3 juni 1806. Hij is op 26 maart 1853 te Waardhuizen overleden en Aletta op 13 november 1854 aldaar.
Deze Gijsbert van der Beek was getrouwd met Adriana Broekman. Hij was landbouwer. Op 17 december 1861 kregen zij een zoon die zij naar zijn oom G.F. Gezelle Meerburg, George Frans noemden. Zo kon het gebeuren dat er vijf neven alle George Frans heetten in het geslacht Van der Beek. Een van hen is George Frans Oldenburg, die deze zomer op vakantie in Griekenland was.
Op 2 oktober j.l. hebben George Viets en ik hem bezocht. Wij hoorden daar dat de namen George Frans er op even hoge prijs gesteld werden als bij ons het geval is. Wanneer hij een brief krijgt geadresseerd aan S. (Sjors) Oldenburg, dan wordt deze geweigerd.

(Dit verhaal, van de hand van W.G.J. (Willem) Callenbach, is verschenen in het familieblad “De Profeet van de Veluwe” – zevende jaargang – febr. 1991 – nr. 25)