George Frans Callenbach (5.7) trouwt Margaretha ter Braake.
Een wonderlijk stel die twee, mijn vader en moeder. Het waren zulke
verschillende karakters dat geen zinnig mens op het idee zou komen om er een
twee-eenheid in te zien. Mijn moeder, Gree ter Braake, was de dochter van het
echtpaar Dr. ter Braake-Kepper. Een intellectueel ingesteld echtpaar dat in
voortdurende financiële zorgen verkeerde. Zij waren Remonstrant, maar deden
niet zo veel aan geloofszaken.
In 1900 woonden zij in de stad Utrecht, noodgedwongen ver boven hun stand daar
hij institutair was die adellijke kinderen klaarstoomde voor hun verdere studie.
Iedere zakelijkheid was hen vreemd.
Hun levensstijl was het beknibbelen op de uitgaven zo veel als dat kon.
De ouders van mijn vader waren daarentegen diep gelovige mensen. Mijn grootvader had van nature een groot commercieel inzicht, vandaar dat zijn zaak, de boekhandel, uitgeverij, drukkerij, binderij en aanverwante zaken, steeds meer uitbreidde. Ook zij leefden zuinig, maar meer uit hun instelling dan uit bitter noodzaak. Daar hij geboren en getogen was in het kleine stadje Nijkerk heeft hij nooit stadse neigingen gehad. Hij was een zaak begonnen in 1854 en kon op het eind van zijn leven terugkijken op twee zaken met ruim 90 werknemers.
Hoe George en Gree elkaar vonden.
Het lijkt dus een vreemde zaak dat die twee elkaar gevonden hebben, maar de
werkelijkheid blijkt simpel te zijn.
De 21-jarige, pas als onderwijzeres afgestudeerde Gree ter Braake had Mies
Busselen als vriendin. Mies zou gaan trouwen met dominee Anton van Hengel. Bruid
en bruidegom boden ter gelegenheid van hun huwelijk een jongeluirijtoer aan. De
rit was van Utrecht naar de piramide van Austerlitz die tussen Zeist en Doorn
stond. Gree zou daar één van de gasten zijn.
De vader van Anton was meester van Hengel, de hoofdonderwijzer van de school in
Appel, een buurtschap van Nijkerk. Anton en George waren vrienden en zo kwam het
dat George ook één van de gasten was. Tijdens de rijtoer kon George geen oog
van Gree afhouden. Hij probeerde angstig niets van zijn verliefdheid te laten
merken. Wel probeerde hij de volgende dag Anton uit te horen over Gree's
omstandigheden. Dit resulteerde in een brief aan dr. ter Braake om toestemming
nader kennis met mejuffrouw Greta te mogen maken. Het klad van deze brief is
bewaard gebleven. (arch. Callenbach-Meerburg, stuk 541)
Het eerste gedeelte neem ik over van deze brief omdat hij op treffende wijze
laat zien hoe een huwelijk behoorde tot stand te komen honderd jaar geleden.
Den Weled. Zeer Gel. Heer Dr. Ter
Braake
Utrecht
Weled Zeer Gel. Heer,
Door dezen neem ik, hoewel aarzelend, de vrijheid u beleefd een onderhoud te verzoeken, teneinde met U eene, voor mij zeer gewichtige zaak te bespreken.
De reden van mijn verzoek is de volgende: jl. Zaterdag had ik het
genoegen, daartoe door mijn vriend Hengel uitgenodigd, een rijtoer te maken, en
genoot daarbij het voorrecht met twee Uwer dochters te mogen kennismaken. Eene
van hen, Mejuffrouw Gretha heeft toen een meer dan gewone indruk op mij gemaakt,
een indruk die, was de kennismaking niet zo kort geweest, ik liefde zou durven
noemen. Nu aarzel ik nog om daarvan te spreken, maar de vurige wensch bestaat
bij mij om tot een nadere kennismaking te komen.
Evenwel gevoel ik daartoe geen stappen te mogen doen, zonder toestemming harer
geachte ouders, noch zonder hen met belangrijke punten in kennis te hebben
gesteld.
En zo zien we dan maar dat ook in ons geval het oude gezegde opgeld deed: Van een bruiloft komt een bruiloft.
Willem Callenbach (5.7.5)